Burns, Robert Burns

De jongens.

Een cultureel hoogtepuntje in mijn voorlaatste week: Burns’ Day, dan wel Night. Ik had er nog niet eerder van gehoord tot een maand of wat geleden, toen er via de interne college-mail tot de conclusie gekomen werd dat de ideale datum voor een whiskyproefavond toch wel Burns’ Night was. Wikipedia wierp wederom een verhelderend licht op de zaak, en voor alle details verwijs ik dan ook daarnaar. Het belangrijkst om te weten is dat Robert Burns een Schotse dichter was die bekendheid geniet doordat hij de geestelijke vader van o.a. Auld Lang Syne is (wat in de commonwealthlanden op oud&nieuw gezongen wordt en door sommigen wellicht eerder als een variant van Hazes’ Wij houden van Oranje herkend wordt – ik onthoud mij verder van commentaar hierover…), dat zijn verjaardag op 25 januari valt en dat dat feit vooral in Schotland, maar eigenlijk in alle commonwealthlanden en overal ter wereld waar Schotten zitten, gevierd wordt met whisky en een Burns supper. Een verslag van wat ik er in levenden lijve van heb meegekregen.

De whiskyproefavond op maandag de 25e was interessant en lekker, zoals gebruikelijk beginnend bij de zachtste uit het assortiment en eindigend bij de sterke, rokerige whisky’s. De opmerkelijkste der whiskywetenswaardigheden vond ik toch wel dat na Schotland niet Ierland, maar Japan ‘s werelds grootste producent is, zowel in kwantiteit als kwaliteit. Vandaar deze spellingswijze. Ierland kwam – volgens de volgens mij toch echt wel onpartijdige Engelsman – doordat ze alles driemaal destilleren ergens op een vierde of vijfde plaats terecht, na Canada.

Het echte hoogtepunt kwam een dag later, toen de gebruikelijke dinsdagavond Formal een Burns’ Night Formal werd. Ten laatste male hees schrijver dezes zich in zijn smoking om de Hugh’s Hall formeel te betreden. De Schotten onder de studenten uiteraard in hun kilts. Broth als voorgerecht, en op het moment dat de doedelzakspeler de zaal betrad wist iedereen hoe laat het was: het was tijd voor de haggis. Deze dient, gedragen door de chef des huizes, muziekaal begeleid worden vanuit de keuken, om vervolgens naar goede Schotse gewoonte te worden koudgeluld (om maar in studentikoze termen te spreken) middels de Address to a Haggis. Tijdens dit onverstaanbaar gebeuren dient de haggis op brute wijze met een mes te worden behandeld – alsof het nog niet dood was wat er op die schaal lag. Vervolgens werd de haggis opgediend en kwam voor velen, mijzelf incluis, het moment van de waarheid.

De in schaapsmaag gekookte mengelmoes van onherkenbare dierenonderdelen kon na alle waarschuwingen eigenlijk niet meer tegenvallen, en dat deed het ook niet. Je verwacht minder dan niets, je bent op het ergste voorbereid en dan blijkt haggis ineens… heerlijk te zijn! Mochten er individuen zijn die nu serieus aan mijn smaakvermogen dan wel verstand twijfelen: ook om mij heen werd het gerecht met smaak gegeten. Stilstaan bij wat je eet is uit den boze (mijn Colombiaanse disgenoot die een tijdje in NL gestudeerd had trok dit aangaande terecht de vergelijking met de frikandel), en de niet al te verwachtingsvolle benadering werkt waarschijnlijk ook in het voordeel van het gerecht, maar uiteindelijk het was gewoon heel erg lekker.

Op z’ Schots.

Na het eten volgen vele spontane toasts op o.a. Burns, de Lassies en de Laddies – i.e. de dames en de heren. Vervolgens werden alle stoelen en tafels opzij geschoven voor het tweede en laatste hoogtepunt van de avond: de Céilidh. Je spreekt het uit als keelie en het is de verzamelnaam voor de Schotse dansen die bij de avond horen. Erg vermakelijk, een handjevol individuen met enige ervaring en een resterende groep van tweehonderd first timers. Daarentegen geen ingewikkelde danspassen; het heeft nog het meeste weg van lijndansen oid. Al met al een mooie afsluitende formal en een levendige culturele ervaring rijker…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *