Stilte.

Waar ik anderhalve week geleden in een vliegtuig vol met vrolijke, pratende, lachende Nederlanders vanuit Amsterdam voor een congres richting Pisa vertrok, was de terugvlucht een ruime week later een aparte gewaarwording. Tijdens taxiën en opstijgen heerste een stilte die ik nog niet vaak heb meegemaakt. Mijn anders altijd zo luidruchtige landgenoten zaten er allen ingetogen bij. Er werd met geen woord over gerept, maar je kon zien dat velen met hun hoofd zaten waar ikzelf ook zat: bij de vlucht die de wereldpolitiek weer even op zijn grondvesten deed schudden, bij MH17.

Weg zijn ineens die wellicht ietwat naïeve veronderstellingen dan wel wensen van de lekker hoog en droog zittende westerling dat het wel goed komt met de Oost-Westverhoudingen, dat er achter die nationalistische machofaçade van Poetins Rusland toch nog afspraken te maken vallen zonder uitvoerig en ridicuul spierballenvertoon. Teleurstelling en terneergeslagenheid overheersen, op een manier niet eens zo gek veel anders dan op die septemberdag bijna 13 jaar geleden.

Net als toen bekropen mij toch ook sterke gevoelens van woede en vergeldingsdrang. Ditmaal toen ik – speurend naar elk brokje nieuws die mijn iphone via trage Italiaanse wifiverbindingen vinden kon – las dat er aan alle kanten eigendommen van overledenen geclaimd worden, er met bewijs gesjoemeld wordt en er naar goed Poetiniaans gebruik feiten verdraaid worden. Tekenen van een totaal gebrek aan respect, voor velen daar gewoon een ongelukkige samenloop van omstandigheden in een politiek machtsspel. Op 11 september kwam het al dichtbij, maar deze keer zat Nederland op de eerste rij.