Oostvaarderskarkassen

Ach, wat zou het toch mooi zijn als het begrip “Nederlandse wildernis” geen contradictio in terminis was. Als flora en fauna, al was het maar op een stukje land ter grootte van een postzegel, zichzelf in de hand kon houden. Maar natuur met een hek eromheen is geen wildernis, en wordt geen wildernis. Helemaal niet in dit kleine, dichtbevolkte Nederland.

Dat besef is er doorgaans in Nederland; vrijwel overal wordt de natuur strak beheerd. Alleen in de Oostvaardersplassen moet de natuur z’n gang kunnen gaan. Echte Nederlandse wildernis-in-wording, dat is het idee. Maar wat daar door EénVandaag wordt aangetroffen is op z’n zachtst gezegd schokkend. Natuurlijk hoort dood en verderf ook bij de natuur, maar zonder predatie of regulatie – door middel van bijvoeren dan wel afschieten – in dit door hekken afgesloten gebied lijkt het evenwicht echt zoek; de aanwezige grazers vallen met honderden tegelijk aan hun eigen voortplantingsdrang ten prooi.

Het debat wel-of-geen menselijk ingrijpen speelt natuurlijk al jaren, maar nu verplaatst het zich ook naar de Tweede Kamer. Wellicht bieden de aansluiting met andere natuurgebieden en/of de terugkeer van de wolf mogelijkheid tot herstel van een natuurlijk evenwicht, maar vooralsnog mag Staatsbosbeheer wat mij betreft z’n beleid t.o.v. dit hobbypark gaan aanpassen.